Loyaal aan de groep: niemand weet wat er in Mallorca met Carlo is gebeurd - NRC

2022-10-03 16:52:14 By : Ms. judy zhu

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Toedracht Mallorca-zaak In de zomer van 2021 wordt Carlo Heuvelman doodgeschopt tijdens een vakantie op Mallorca. Deze week begint de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen negen jongeren. Alle betrokkenen zeggen niet te weten wat er precies met Heuvelman gebeurde, blijkt uit verklaringen die NRC heeft ingezien.

Alle vakantiedagen en -nachten van de Hilversumse vriendengroep op Mallorca lijken tot dan toe op elkaar. Een brak en vermoeid begin, vaak worden ze pas diep in de middag wakker. Snel het eerste biertje. Op het strand, in het centrum van badplaats El Arenal, of gewoon bij het zwembad van hun eigen villa. De dagen bestaan uit niksen en drinken, de avonden uit stappen en drinken. Hierna zou – terug in Nederland – langzaam maar zeker het échte leven beginnen van de jongens, van wie de meesten rond de achttien jaar zijn: studeren, werken, meedoen aan de maatschappij. Maar op een van de laatste vakantiedagen gaat het helemaal mis.

Net als iedere avond komen de jongens na het sluiten van de uitgaansgelegenheden terug in hun riante villa, met zwembad en tafeltennistafel, waar ze met z’n dertienen verblijven. Na lange avonden in kroegen met Nederlandse namen is dit de plek waar nog tot diep in de nacht wordt doorgefeest. Die nacht is de sfeer anders, geladen. Er giert adrenaline door de aderen. Sommigen zijn euforisch omdat ze eerder die nacht een gevecht hebben ‘gewonnen’. Er wordt haast opschepperig gepraat over een neus die zeker wel gebroken moet zijn, een hoofd dat naar achteren klapte. Een van de jongens is juist verdrietig en boos over wat er is gebeurd. Anderen zijn verbaasd over de opgewonden sfeer, of liggen beneveld in bed. Wat er eerder bij de uitgaansstrip van de badplaats El Arenal is gebeurd, zal hun hele leven veranderen.

De stapavond van 13 juli 2021 begint als alle andere avonden in een café, met bier, mixdrankjes, shotjes, op sommige avonden wordt er zelfs champagne van 500 euro per fles besteld. Maar die avond raakt de groep in een tijdsbestek van veertig minuten betrokken bij twee vechtpartijen.

Eerst ontstaat er in café De Zaak een conflict over een stoel. Vanwege de coronamaatregelen moet je in een kroeg blijven zitten. „Zorg dat de boys rond 2 uur naar De Zaak komen”, appt een van de jongens naar zijn vrienden – ze zijn nooit allemaal tegelijk op dezelfde plek. „We moeten een groep even een lesje leren.” Als dat gebeurt, loopt het uit de hand, zo blijkt ook uit camerabeelden. Het letsel bij de andere groep: gebroken duim, gebroken neus, blauwe plekken, verschoven nekwervels.

Even later is het weer raak. Voor de verderop gelegen bar Bier-Express raken de jongens in gevecht met nog een groep, volgens meerdere verklaringen omdat er gespuugd en gescholden wordt richting Sanil B. Twee jonge mannen worden door de Hilversumse groep zo hard geschopt en geslagen, dat ze niet meer op kunnen staan. Ze liggen midden op straat. Bij een van hen komt bloed uit zijn mond. Een ambulance vervoert hem naar het ziekenhuis.

Terwijl een deel van de Hilversumse jongens nog een nachtelijke duik in het zwembad van de villa neemt, wordt het slachtoffer van het geweld geopereerd aan zijn hoofd, om de druk op zijn hersenen te verlichten. Het helpt niet. Op 18 juli 2021 overlijdt Carlo Heuvelman uit het Zuid-Hollandse Waddinxveen, hij wordt 27 jaar. Carlo en zijn vrienden waren pas die middag op Mallorca geland. Op de laatste foto die zijn familie van Carlo heeft, zie je hem te midden van het feestgedruis in El Arenal, breedlachend. Carlo was monteur bij een technisch bedrijf en had een vriendin met wie hij aan kinderen dacht. Hij was de spil van zijn vriendengroep. „Hij zorgde voor iedereen”, zei zijn vader in het tv-programma Opsporing Verzocht.

Deze week begint de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen negen jongens uit de Hilversumse groep. Drie van hen zouden betrokken zijn bij de doodslag van Carlo Heuvelman, maar alle negen worden ze verdacht van openlijke geweldpleging. Het onderzoek naar wat er precies met Carlo is gebeurd, was lastig, blijkt uit het strafdossier dat NRC heeft ingezien. Er is veel gefilmd die nacht, maar van de aanval op Carlo Heuvelman zijn geen beelden.

En hoewel bijna de hele Hilversumse groep aanwezig was bij de fatale vechtpartij, zegt niemand te hebben gezien wie er verantwoordelijk is voor wat er met Carlo is gebeurd. Ze hebben er „geen actieve herinnering” aan of zeggen niet over anderen te willen verklaren. Getuigen buiten de groep die wél openheid van zaken willen geven, worden geïntimideerd. Het leidt tot frustratie bij justitie en de nabestaanden van Carlo Heuvelman. Die zien verdachten die moedwillig het onderzoek frustreren. De loyaliteit van de jongens ligt bij hun vriendengroep en niet bij het gezag, of bij de slachtoffers.

Als de zon opkomt op Mallorca, slaat de paniek toe. De ochtend na de vechtpartij komen ze erachter dat de toestand van Carlo kritiek is. De jongens pakken in allerijl hun spullen en boeken de eerstvolgende vlucht naar huis. Lukas O. verbrandt zelfs zijn T-shirt, omdat hij bang is daaraan herkend te worden. Sommigen slapen de laatste nacht in een ander hotel.

„Schat”, appt Hilversummer Hein B. vier dagen na het incident aan een vriendin. „Ik moet je spreken via de app. Die jongen is overleden.” Ze antwoordt: „Nee…” Hein: „Ik kan wel huilen. Maar IK WAS DIT NIET.”

Als bekend wordt dat een groep Nederlanders verantwoordelijk is voor de gewelddadige dood van een landgenoot, steekt er een mediastorm op. De website GeenStijl openbaart de namen van sommige groepsleden, en publiceert beelden van de vechtpartij. Daarop is het gevecht tussen de groep van Carlo en de Hilversummers te zien. Maar wie Carlo aanvalt is niet te zien. En ook op andere beelden die de politie na oproepen binnen krijgt, staat de fatale aanval op Carlo niet op beeld.

De jongens, inmiddels in Nederland, appen met elkaar. Een deel van die berichten wissen ze weer, maar die worden later door de politie teruggehaald. Ze zijn boos op GeenStijl, een van de jongens stelt per app voor een baksteen bij het hoofdkantoor van de website naar binnen te gooien. In een appgroep van de jongens wordt na de fatale nacht gezegd dat er vooral stilte in acht genomen moet worden, onder meer tegen hun ouders. „Zwijgrecht maar”, appt Daan van S. En: „Ontkennen (...) Nooit mogen zij weten.” Lukas O. stuurt een kleine week tijd later via Telegram aan Stan F.: „Zwijg gewoon totdat je advo er is. Dan komt goed. En leer zijn nr uit je hoofd.”

Als de Spaanse politie het onderzoek na een paar weken heeft overgedragen aan Nederland, wordt snel duidelijk welke leden van de vriendengroep betrokken zijn bij de geweldplegingen. De drie hoofdverdachten – Sanil B., Mees T. en Hein B. – zouden verantwoordelijk zijn voor de dood van Carlo Heuvelman, en zitten maandenlang in voorarrest. Op de schoen van Sanil B. wordt DNA-materiaal van Carlo gevonden. Ook zegt B. tegen een undercoveragent dat hij Carlo heeft geschopt, al zwakt hij dat later af. Hein B. en Mees T. zijn verdacht, onder meer vanwege getuigenverklaringen van mensen die verder van de groep af staan. Daarnaast verdenkt justitie nog zes jongens van het geweld op Mallorca: Daan van S., Kaan B., Lukas O., Lars van den H., Stan F. en Martijn T.

De leden van de vriendengroep zijn lang niet allemaal ‘Gooise kakkers’, een verhaal dat snel na het incident de ronde doet. Een van de jongens zou zelfs de zoon zijn van een officier van justitie, die zich persoonlijk in de zaak zou mengen. Niets van waar, verklaart het Openbaar Ministerie al snel. De Gooise jongens zijn een bij elkaar geraapte gelegenheidsgroep. Ze kennen elkaar van de middelbare school, verschillende voetbalclubs, het uitgaansleven of via via. Hun achtergrond is al net zo gemêleerd als Hilversum, de plaats waar het gros vandaan komt: van villa tot flat.

Soms moedigen naasten van de jongens het zwijgen aan. Hoofdverdachte Sanil B. wordt in de gevangenis opgezocht door zijn vader. „Ik verklaar over niemand van de anderen, weet je wel”, zegt Sanil daar. Dat kan op goedkeuring rekenen van zijn vader. „Als je vrijkomt, dan kom je als man vrij.”

Er zijn wel mensen van buiten de vriendengroep die de jongens aan proberen te spreken op hun verantwoordelijkheidsgevoel. Zo vraagt een kennis van de Hilversumse jongens via de app aan Sanil of hij zich niet moet aangeven. Ze krijgt van hem te horen dat ze zich er niet mee moet bemoeien, dat het een domme opmerking is, en dat het haar probleem niet is. Toch praat ze meerdere keren met de politie. In de nacht nadat Mees T. wordt aangehouden, in augustus 2021, worden de ruiten van het ouderlijk huis van de jonge vrouw ingegooid met een wijnfles. Ze denkt dat het met haar getuigenis te maken heeft.

Zo’n vijftig minuten voordat het raam wordt ingegooid, praat Stan F., een andere verdachte in de Mallorcazaak, over de straat van die jonge vrouw, blijkt uit een afgeluisterd gesprek. Op camerabeelden zijn niet veel later twee jongens te zien, een van hen gooit met de fles. Het OM zegt dat er nog een beslissing over vervolging genomen moet worden.

Als hoofdverdachte Mees T. in de gevangenis in het dossier leest over het ingooien van de ruiten, vraagt hij aan zijn bezoeker om naar het zusje van diezelfde jonge vrouwelijke getuige te gaan. „Bro, ga dat zusje neuken alsjeblieft.” Met beelden daarvan zou hij naar de getuige moeten gaan. „Dan laat je zien van, kijk, dit heb ik.” Later zegt Mees dat als hij vrijkomt hij de getuige „gewoon pijn [wil] doen van binnen.”

Een van de verdachten, Kaan B., beroept zich in een van de eerste politieverhoren op zijn zwijgrecht, zelfs als zijn verhoorders hem vragen of ze het leuk hebben gehad op Mallorca. „Ik beroep me op mijn zwijgrecht”, antwoordt ook verdachte Martijn T. onder meer als hem wordt gevraagd hoelang hij in de gezamenlijke appgroep heeft gezeten. En later benadrukt hij meermaals dat hij op het verhoor is om over zichzelf – en niet over de anderen – te verklaren.

In de verhoren, zowel bij de politie als later bij de rechter-commissaris, lijkt iets opvallends aan de hand. Soms verklaren de Hilversummers uitgebreid en tot in detail, maar dat gaat voornamelijk over momenten die gefilmd zijn, en waarvan de beelden bij de politie bekend zijn. Op de belangrijkste vraag van het onderzoek – wie heeft Carlo geslagen of tegen het hoofd geschopt? – volgt een stilte, of komen nietszeggende antwoorden. Dat geldt voor alle verdachten, en de meeste leden van de vriendengroep.

Martijn T. zegt dat hij op acht meter stond van het gevecht dat zijn vrienden voerden, maar niet weet wie er aan meedeed. „Ik weet dat het jongens van mijn groep waren, maar heb geen namen.” Daan van S. zegt niet meer zeker te weten of hij aan zijn vrienden heeft gevraagd wie Carlo heeft geslagen. „Het is elf maanden geleden gebeurd en ik heb er niet heel veel actieve herinneringen aan.” Lars van den H. komt bij de rechter-commissaris terug op zijn eerdere verklaring en zegt dat hij Carlo niet heeft gezien. „Ik denk dat ik daar een fout heb gemaakt en dat ik de groep bedoelde en niet Carlo als persoon.”

Ook de drie hoofdverdachten zeggen van niets te weten. Wat er is gebeurd, is voor Sanil „een vraagteken en een spinnenweb”. Mees zegt dat hij Carlo Heuvelman helemaal niet heeft gezien en benadrukt daarna drie keer: „Ik heb er geen actieve herinnering aan.”

Ook jongens uit de vriendengroep die niet vervolgd worden, maar wel dichtbij het gevecht waren, blijken niks te weten over wat er met Carlo is gebeurd. Een van hen zegt dat hij vlakbij stond en goed kon zien hoe Carlo een klap kreeg en viel. Wie er sloeg? „Niet gezien. (...) Ik lette alleen op de jongen die op de grond viel.” Een andere jongen uit de groep kan zich bij de rechter-commissaris niet meer herinneren dat hij tegen de politie eerder wel namen heeft genoemd van jongens die zouden hebben geslagen. Hij heeft Carlo zien vallen, maar ook hij weet niet waarom. „Misschien was ik gefocust op degene die viel en niet waardoor het kwam.”

Uitgerekend een jongen die niet mee op stap was, maar ziek in bed lag, geeft meer openheid van zaken. Hij vertelt in zijn verhoor wat de jongens hebben verteld toen ze terugkwamen in de villa. Dat Mees zei dat het hoofd van „die jongen” naar achteren klapte. Inmiddels heeft de jongen die op bed lag afstand genomen van de groep, verklaart hij. Voorafgaand aan zijn verhoor bij de rechter-commissaris, werd hij naar eigen zeggen benaderd door de broer van Kaan B., die gefrustreerd was over zijn eerdere verklaringen bij de politie. Volgens de getuige suggereerde de broer dat hij er iets aan moest doen. „Het fiksen. Wat ik heb gezegd in de verklaring. Want het frustreerde hem.” De verdachten hadden er vooral moeite mee dat hij had getuigd dat ze bij terugkeer in de villa in een „overwinnende staat” verkeerden, zegt hij.

Het gedrag van de Hilversumse vriendengroep leidt bij justitie tot frustratie. Na een verhoor onder ede, door de rechter-commissaris, zegt de ook aanwezige officier van justitie tegen Kaan B. dat de kans groot is dat er ooit een nieuw filmpje opduikt. „Als dan blijkt dat u niet de waarheid heeft gesproken, hebt u een probleem.”

Een ander lid van de vriendengroep die als getuige wordt gehoord bij de rechter-commissaris, zegt dat hij bijna niks meer weet. De officier van justitie is het gezwijg zo zat dat die een gijzeling vordert. Dat betekent dat de getuige wordt vastgezet, omdat hij de vragen niet beantwoordt. De rechter-commissaris gaat er niet in mee, maar zegt wel te twijfelen aan wat de getuige weet.

Tijdens een inleidende zitting in 2021, spreekt de officier van justitie de jongens bestraffend toe. Ze probeert hun moreel besef aan te spreken en hun keuze om te zwijgen. „In de rechtszaal van het geweten is er altijd zitting. Voor jezelf zul je altijd weten wat de waarheid is en wat anderen van jou weten. Het zal je altijd blijven achtervolgen.”

Na de tweede inleidende zitting in januari zitten de hoofdverdachten Mees T. en Sanil B. in een arrestantenbus. Hun gesprek wordt opgenomen zonder dat ze het weten. Sanil lijkt zich af te vragen waarom niemand heeft gezien wat er met Carlo is gebeurd. „Als rechts van mij Daan en Hein stonden”, zegt Sanil. „Begrijp me niet verkeerd, ik geef hun niet de schuld, maar daar rechts stond Carlo.”

Mees reageert: „Kijk, de waarheid is niet de waarheid, Sanil. Weet je nu wat de waarheid is?”

Mees: „Wat er in het dossier staat, dat is de waarheid. Terwijl, dat is helemaal niet zo.”

Voor dit verhaal baseerde NRC zich op stukken uit het strafdossier, dat de krant heeft ingezien. De advocaten van de betrokkenen, het OM en de advocaat van de nabestaanden van Carlo Heuvelman zijn in de gelegenheid gesteld het verhaal voor publicatie te lezen en eventuele opmerkingen te maken. Relevante reacties zijn verwerkt in het artikel.

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.